In Spelling in beeld wordt de beheersing van de werkwoordspelling getoetst door een zin voor te lezen en daarvan het onderwerp en de persoonsvorm, of alleen de 'andere werkwoordvorm', te herhalen en op te laten schrijven. Waarom die aanpak?
Daar hebben we voor gekozen omdat deze vorm van toetsing de toepassing in de praktijk goed benadert.
Daar hebben we voor gekozen omdat deze vorm van toetsing de toepassing in de praktijk goed benadert.
Je
leert spellen als hulpmiddel om je, nu en later, goed en met vertrouwen schriftelijk
uit te kunnen drukken. Een middelbare scholier of een student die in een
werkstuk 'Napoleon besteedde' of 'de vergrote mogelijkheden' moet schrijven,
hoort in zijn hoofd ook al de goede woorden. Maar daarmee is hij er nog niet.
Want: hoe schrijf je die vormen? bestede?
besteedde? besteden?; vergrote? vergrootte? vergroten?
Het
redeneren vanuit het hele werkwoord zien wij daarmee vooral als een middel om dat doel te bereiken.
Uiteraard
is dat redeneren wel een heel belangrijk middel. Hoe lastiger leerlingen de
werkwoordspelling vinden, hoe meer zij de neiging hebben om te gaan gokken. En
dat leidt dan ook nog vaak tot het goede resultaat, wat het verder gokken weer
aanmoedigt.
Daarom
besteedt Spelling in beeld veel aandacht aan het beredeneren van de goede
antwoorden. Wezenlijk daarbij is dat dat een methode daarvoor overzichtelijke handvatten
biedt. Vandaar dat de methode steeds benadrukt dat er maar vijf verschillende
persoonsvormen zijn (drie in de tt, twee in de vt) en dat voor de andere
werkwoordvormen (waaronder de vergrote
mogelijkheden) de gewone spellingregels gelden.
Dat
komt terug op de W-uitlegkaarten en ook in de werkboeken: vanaf blok 2 in
jaargroep 6 is opdracht 5 van elke les (dus ook als het lesonderwerp niet over werkwoorden
gaat) een opdracht over de werkwoordspelling, waarbij de leerlingen bijvoorbeeld
het schema met de vijf persoonsvormen van enkele werkwoorden invullen.
In
de praktijk komt werkwoordspelling niet alleen aan de orde tijdens de
spellinglessen. In de klas gebeurt dat vaak op allerlei korte tussendoor-momenten,
bijvoorbeeld naar aanleiding van een gemaakte fout tijdens een heel andere les.
Spelling
in beeld biedt allerlei mogelijkheden om op zulke momenten de werkwoordspelling
kort maar krachtig in het zonnetje te zetten.
Dat
kan bijvoorbeeld aan de hand van de vier beslisvragen
werkwoordspelling (die als een schema onder andere achter in de
uitlegkaarten 7 en 8 staan): pv of geen pv? tt of vt? sterk of zwak? in 't
kofschip of niet?
Hiervoor
ook heel geschikt is een bijzonder onderdeel* van de Leerkrachtassistent, de
methodesoftware voor het digibord. U kunt op het digibord de vormen van
honderden werkwoorden gefaseerd laten verschijnen. Omdat de uitgangen een
fractie later dan de ik-vorm verschijnen, zien de leerlingen dat ik redde niet met twee d's wordt geschreven omdat het net zo'n
woord is als bedden, maar omdat achter
de ik-vorm red de uitgang de komt te staan. Omdat er al honderden
werkwoorden in die database staan, kunt u vaak het werkwoord laten zien, dat op
dat moment in de klas aan de orde is, en hoeft u een en ander niet steeds uit
te leggen aan de hand van een beperkt aantal voorbeeldwerkwoorden.
Gefaseerd
betekent ook: de leerlingen kunnen steeds over de vorm nadenken, voordat u die
laat verschijnen.
*voorbeeld uit de Leerkrachtassistent Spelling in beeld 2 - Groep 7
Ik
noem deze punten om duidelijk te maken dat wij het, net als u, belangrijk
vinden dat veel aandacht wordt besteed aan het beredeneren van de keuze van de
juiste werkwoordvorm. Daarvoor biedt de methode uitgebreide mogelijkheden.
Maar
in de dictees hebben wij dus gekozen voor 'Hij
redde de poes uit de boom. Schrijf op: hij
redde.' en niet voor 'redden. Hij
… de poes uit de boom. Schrijf op: hij
met de persoonsvorm vt.' Uiteraard kunt u de werkwoordopgaven in de dictees
wel op die manier bevragen, als dat uw voorkeur heeft. Zolang die poes maar
gered wordt!
Ten
slotte: Bij de methode is (en wordt nog) aanvullend oefenmateriaal ontwikkeld,
omdat het voor leerkrachten makkelijk is om voor verschillende spellingkwesties
allerlei oefenmateriaal achter de hand te hebben. Bij de taken '16 op een rij' (steeds
16 opgaven, snel op een tussendoor-moment te maken) wordt de werkwoordspelling
daarbij meestal bevraagd op de manier die u noemt: het hele werkwoord vóór de
zin, de leerlingen vullen de goede vorm in.
Paul
Stapel
auteur
Spelling in beeld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten