dinsdag 24 juli 2012

Naar een andere jaargroep. En nu?

Het is altijd weer een spannend moment: de start van een nieuw schooljaar. U krijgt een onbekende groep kinderen en maakt soms de overgang naar een ander leerjaar. Gaat u volgend jaar aan de slag in een andere jaargroep? Dan hebben wij voor u een aantal tips. Want hoe bereidt u zich het beste voor op een nieuw jaar Taal in beeld en Spelling in beeld?

Lees het algemeen gedeelte van de handleiding zorgvuldig door.
Door het algemeen gedeelte van de handleiding goed door te nemen, krijgt u een goed beeld van de methode en het lesprogramma dat u dit leerjaar gaat aanbieden. Het zijn geen enorm lange teksten. In ongeveer 15 pagina’s leest u de belangrijkste basiszaken bij elkaar.

Bekijk de leerstofopbouw van de methode.
Hiermee krijgt u kort en krachtig een duidelijk overzicht van de leerstof die aan uw jaargroep vooraf ging en die daarna nog gaat volgen. De leerstofoverzichten van Taal in beeld en Spelling in beeld vindt u ophet gebruikersgedeelte van de methodesite. Mochten er in eerdere leerjaren leerstofinhoudelijke zaken aan de orde zijn geweest die u nog graag even wilt bekijken, dan verwijst het overzicht u rechtstreeks naar het leerjaar en de blokken waar de betreffende leerstof is aangeboden.

Gebruik de jaarplanning.
Gebruikers van Taal in beeld en Spelling krijgen ieder schooljaar een jaarplanning die afgestemd is op hun regio. Download deze jaarplanning en plan uw lessen zoveel mogelijk in volgens dit overzicht. Hiermee voorkomt u dat tijdsdruk gaat ontstaan en zorgt u ervoor dat alle basisleerstof op een verantwoorde manier aan de orde komt. Bij spelling realiseert u tevens een goede afstemming op de ingeplande Cito LOVS-toetsen. U vindt de jaarplanning op het gebruikersgedeelte van de methodesite.

Bepaal in welke organisatievorm u de lessen in eerste instantie wilt aanbieden.
U heeft de keuze tussen zelfstandig individueel, zelfstandig in duo's (samenwerkend leren) of begeleid (aan een groepje of klassikaal) leren. Uiteraard kunt u hierbij ook differentiëren tussen kinderen. De zeer goede leerlingen (groep 1) die uw instructie niet nodig hebben, kunnen de hele les zelfstandig maken. Zij lezen zelf de instructieblokken. Met de gemiddelde leerlingen (groep 2) die wel een korte en bondige (mondelinge) instructie nodig hebben, doet u de fase 'op verkenning' en 'uitleg' samen. Daarna doet u nog enkele stukjes van de verwerkingsstof samen en vervolgens laat u ze zelfstandig de leerstof verwerken (lesfase 'aan de slag'). De evaluatie (lesfase 'terugkijken') doet u weer samen. De derde groep bestaat uit kinderen die veel moeite hebben met de leerstof, de risicoleerlingen. Zij hebben meer begeleiding nodig. Het beste kunt u de instructie verlengen (extra herhaling op een lager tempo) en een aantal onderdelen uit de lesfase ‘aan de slag’ ook nog begeleiden. Deze kinderen krijgen dus meer begeleiding en verwerken minder leerstof zelfstandig.

Als u de leerlingen nog onvoldoende kent om hun onderwijsbehoeften in te schatten, dan start u volgens de aanpak van de tweede groep. Vervolgens bekijkt u welke kinderen meer zelfstandig aan de slag kunnen gaan en welke kinderen juist meer begeleiding nodig hebben.
De In beeld-methoden bieden veel mogelijkheden om zelfstandig te leren. Maar het is wel belangrijk dat u zich realiseert dat zelfstandig leren geen doel op zich is. Het gaat erom dat alle leerlingen de doelen halen. Het kiezen van een passende organisatievorm is daarbij slechts een middel.

Bepaal hoe u de software in wilt zetten.
Bij Taal in beeld hoort het computerprogramma woordenschat taal / lezen. Hiermee kunnen leerlingen die het nodig hebben (extra) oefenen met een groot aantal doelwoorden. In eerste instantie de woorden uit de les, maar daarna ook andere veelgebruikte woorden die horen bij het betreffende thema. De software kan ingezet worden tijdens de eerste 3 weken van een blok in het verlengde van de basislessen. In de vierde week kan het één van de herhalingstaken (doelwoorden) of plustaken (extra doelwoorden) zijn.
Bij Spelling in beeld hoort ook een computerprogramma. Ook hiermee creëert u de mogelijkheid om extra te oefenen. Voor kinderen die wat meer moeite hebben met spelling is dit zeker noodzakelijk. Dit kan weer gebeuren in de eerste drie weken in het verlengde van de basislessen en daarnaast ook als een herhalings- (basiswoorden) of plustaak (extra woorden) in de vierde week.

Het meest voor de hand liggend is om de programma’s te laten draaien op een pc. Er zijn echter ook scholen die succesvol geëxperimenteerd hebben met het gebruik op een digibord. Het werken met de software wordt dan een soort actief leergesprek dat geleid wordt door de leerkracht. Het grote voordeel is dat er veel meer kinderen tegelijkertijd mee kunnen doen en er sprake is van gerichtere interactie.

Anticipeer op de toetstaak, het controledictee en de herhalingstaken.
Een blok in de In beeld-methoden duurt vier weken. De eerste 3 weken worden de basislessen gegeven, waarna in het begin van de vierde week de toetstaak (taal) en het controledictee (spelling) volgen. Op basis van de resultaten kunnen de kinderen verder gaan met herhalingstaken (bij een onvoldoende op onderdelen) of plustaken (bij goede scores). U kunt alle resultaten voor alle kinderen in overzichtschema's gaan plaatsen, maar u kunt hier ook selectiever mee omgaan. Het is in ieder geval belangrijk goed zicht te houden op de onderdelen waarop individuele kinderen minder presteren. Deze kunnen dan in week 4 van het blok nog uitgebreid aan de orde komen aan de hand van de herhalingstaken.

Bij spelling is het ook mogelijk om de toetsing elektronisch te doen. Het grote voordeel is dan dat de computer nakijkt, analyseert, registreert en vervolgens een hulpprogramma op maat klaarzet. Bij het computerprogramma Woordenschat taal / lezen heeft u vergelijkbare mogelijkheden.

Raadpleeg voor andere vragen het Weblog Taal en Lezen in beeld.
De kans is groot dat u bij de start in een nieuw leerjaar nog tegen andere dingen aanloopt. Veel van deze zaken staan beschreven in het Weblog Taal en Lezen in beeld. Als u op de website bent, kunt u op twee manieren zoeken: op trefwoord of op onderwerp. In veel gevallen zal de vraag al eens gesteld zijn en staat er een kort artikel over op het weblog.

Judith Veldhuizen en Jos Cöp

Geen opmerkingen:

Een reactie posten