maandag 6 januari 2014

Hoe werken we gedifferentieerd met Taal in beeld 2?

Onderwijs op maat is op veel basisscholen een heet hangijzer. Logisch dat ons veel vragen bereiken over gedifferentieerd werken en de mogelijkheden die Taal in beeld daartoe biedt. Want: is de methode geschikt voor traditionele vernieuwingsscholen? Kunnen we er op een school voor speciaal (basis) onderwijs mee uit de voeten? Kan er individueel met de methode worden gewerkt? Bij het ontwikkelen van Taal in beeld 2 was differentiatie voor ons een belangrijk aandachtspunt. Als gevolg daarvan biedt de methode nu oplossingen voor al die verschillende typen scholen die op geheel eigen wijze willen differentiëren in niveau en tempo.

Voor scholen die willen differentiëren bestaat geen standaard recept. Differentiëren kan namelijk op veel verschillende wijzen. Dat komt omdat binnen gedifferentieerd werken altijd meer variabelen een rol spelen. Het kan gaan over de tijd die er is voor instructie, over het kiezen van een passende organisatievorm en over het niveau van en soort lesstof. Het wensenpatroon van de school, vaak samenhangend met visie en doelgroep, legt bij de keuze voor differentiatie vaak een beperking op. Daar komt nog eens bij dat lesmethoden sterk verschillen in de mate waarin lesstof op maat kan worden aangeboden.

Meeste methoden convergent:
Bij de ontwikkeling van een lesmethode kiezen uitgeverijen vaak alleen het perspectief van convergent differentiëren. Veelal is die keuze ingegeven vanuit organisatorische haalbaarheid.

Convergente differentiatie is een wijze van organiseren waarbij de leerlingen, van ongeveer dezelfde leeftijd, op hetzelfde moment dezelfde leerstof krijgen aangeboden. Een aanpak die sterk gericht is op de groep als geheel en de ‘gemiddelde leerling. Verbreden, verrijken en herhalen zijn termen die in deze lijn passen.

Divergente differentiatie richt zich, in tegenstelling tot convergente differentiatie, meer op de onderwijsbehoefte van de individuele leerling en niet op de groep als geheel. De aansluiting op de leerontwikkeling vormt de basis van deze zienswijze. Bij divergente differentiatie volgt de leerkracht directer de ontwikkeling van de individuele leerling met als voordeel dat de leerstof nog meer op maat wordt aangeboden.

Door convergente differentiatie kan een methode onmogelijk goed aansluiten bij elke onderwijssetting. Daarom is er bij de ontwikkeling van Taal in beeld 2 ook veel aandacht besteed aan de mogelijkheden om er divergent mee te kunnen werken. Als enige taalmethode staat het lesmodel van Taal in beeld 2 het divergent werken niet in de weg en kan er ‘gewoon’ convergent mee gewerkt worden. Dat realiseren we als volgt:

Verschil in instructietijd
Hoeveel tijd kan een leerkracht vrijmaken voor uitleg? Dat is een groep van dertig leerlingen anders dan in een groep van twintig. Vaak zal omwille van de groepsgrootte niet anders gekozen kunnen worden dan een groepsgerichte benadering met mogelijkheden tot verlengde instructie voor leerlingen die extra ondersteuning hebben.
Het doseren van de instructietijd kan voor de leerlingen die beter presteren ook door het principe los te laten dat het de leerkracht moet zijn die de uitleg geeft. In Taal in beeld 2 staat de hele les in leerlingtaal en –materiaal, inclusief een uitgeschreven instructiemoment en een kort uitlegfilmpje waarin de leerstof uitgelegd wordt. De betere leerlingen die beschikken over een goed leesniveau en een goede werkhouding zijn daarmee prima in staat om de instructie lezend, kijkend en luisterend tot zich te nemen.

Verschil in organisatievorm
Als groepen niet homogeen van samenstelling zijn, bijvoorbeeld bij een combinatiegroep of wanneer het niveauverschil erg varieert, volstaat een groepsgerichte aanpak niet meer. Of wanneer het werken in stam- en niveaugroepen een bewuste keuze is. De leerkracht komt dan voor de uitdaging te staan dat de instructies sterk gaan variëren en dat het moeilijk wordt om het praktisch te organiseren. Scholen kiezen dan vaak voor groepsdoorbrekend werken. Feitelijk wordt daarmee de hoeveelheid instructiemomenten voor de leerkracht terug gebracht tot een haalbaar aantal.
In Taal in beeld 2 kiezen we er voor om ook in het lesmodel aandacht te hebben voor leerlingen die zich stof zelf eigen kunnen maken. De leerkracht kan er voor kiezen om deze leerlingen ‘los’ te laten en de tijd te richten op leerlingen die ondersteuning nodig hebben. De methode is daarmee uniek in de wijze waarop verregaande differentiatie mogelijk is.

Verschil in lesstof en aanpak
Bieden we iedereen dezelfde lesstof aan of mag er een onderscheid zijn in het aanbod? Met de referentieniveaus liggen feitelijk de minimumdoelen vast die leerlingen moeten beheersen voordat ze de basisschool verlaten. Deze doelen zijn gericht op de ‘gemiddelde leerling’. Veel leerlingen zijn echter geen ‘gemiddelde leerlingen’. Leervermogen en gedrag kunnen daarbij complicerende factoren zijn. Voor deze leerlingen is het moeilijk om aan de gestelde norm te voldoen en vaak al helemaal in het tempo dat daarbij voor ogen wordt gesteld.
Taal in beeld 2 richt zich op het behalen van de referentieniveaus. We staren ons daar echter niet blind op. In de handleiding plaatsen we een kanttekening bij lessen waarvan we denken dat ze voor sommige leerlingen moeilijk kunnen zijn. Daarmee stellen we de norm niet naar beneden bij, maar helpen de leerkracht met het maken van eventuele keuzes. Om goed aan te sluiten bij de instructiebehoeften van leerlingen onderscheiden we die instructieaanpakken die we visualiseren met stippen. Een organisatieschema bij elke les geeft aan hoe het werkt en laat zien welke opdrachten de leerlingen zelfstandig of juist begeleid kunnen doen. Aanpak 1 is er voor leerlingen met veel ondersteuning. Aanpak 3 is er voor leerlingen die zich de lesstof nagenoeg zelfstandig eigen maken.

Met uw ervaring ontwikkelen wij door
Gebruikerservaringen geven ons zicht op de richting waarin de methode moet worden doorontwikkeld. De Bombardon / Watertuin in Almere noemen we als voorbeeld. Met ingang van dit schooljaar gaan zij anders met de  leerstof in Taal in beeld om. Deze school voor speciaal basisonderwijs deelt de lesstof in op basis van verwachte uitstroom van de leerlingen. Een zeer interessant initiatief dat wij met belangstelling volgen.
Door keuzes in het lesmodel van methode en de aanwijzingen voor convergente en /of divergente differentiatie op te volgen, biedt dit, vanuit het materiaal bezien, de optimale mogelijkheden om gedifferentieerd te kunnen werken.  Graag horen wij van scholen die net als de Bombardon / Watertuin gericht zijn op het vinden van oplossingen voor complexe schoolsituaties.

Judith Veldhuizen
Jos Cöp
Albert Rouschop

Geen opmerkingen:

Een reactie posten