woensdag 21 november 2012

Welke functie hebben tekenopdrachten bij woordenschatlessen?

Woordenschat is één van de belangrijkste onderdelen van de taalleesontwikkeling. Daarom is woordenschatontwikkeling in Taal in beeld één van de vier hoofdleerlijnen van de methode. In het werkboek wordt bij woordenschatoefeningen regelmatig getekend. Natuurlijk heeft dit iets met de afwisseling tussen opdrachten te maken, maar het is zeker niet de belangrijkste reden. Het gebeurt met name omdat tekenen in een aantal gevallen effectiever is dan schrijven.

Een nieuw woord leren, lijkt gemakkelijker dan het is. Een woordbetekenis is namelijk opgebouwd uit meerdere betekenisaspecten die samen staan voor het woord dat geleerd moet worden. De woordbetekenis brug heeft bijvoorbeeld een groot aantal betekenisaspecten. We noemen er een paar:
- het verbindt zaken met elkaar;
- het is iets dat over iets anders heen gaat;
- je kunt er vaak overheen rijden of lopen;
- je kunt er vaak ook onderdoor;
- het heeft pilaren;
- het is een stevige constructie.
Toch verschillen bruggen onderling ook weer enorm. Leerlingen moeten snappen dat een bepaald aantal betekenisaspecten samen staan voor de woordbetekenis brug.

De betekenis van woorden wordt vaak gepakt in een beschrijving. De Van Dale leert ons dat een brug een verbinding is van twee zijden van een water, afgrond, kloof enz. Eigenlijk is dat een vrij arme omschrijving van het begrip en een kind dat nog nooit van een brug gehoord heeft, zal er het woord niet door leren. Woordbetekenissen leer je sowieso niet door alleen even een korte beschrijving te lezen of te horen. Het vraagt oefening en herhaling om het je blijvend eigen te maken. Dit oefenen moet op een rijke, gevarieerde en aansprekende manier gebeuren, waardoor de woordbetekenis verbonden wordt met andere woorden en begrippen die leerlingen al kennen.

De meestgebruikte opdrachtvormen hiervoor zijn het bedenken van een omschrijving, het gebruiken van het woord in een zin en het maken van een relatieschema. In Taal in beeld komt hier het tekenen van woordbetekenissen bij. Het tekenen van woorden is een bijzonder krachtige werkwijze omdat er heel veel betekenisaspecten tegelijkertijd meegenomen kunnen worden in zo'n afbeelding. Waar de beschrijving en de contextzin er vaak maar één of twee raken, kunnen er in een tekening makkelijk vijf of zes zitten. In het geval van de brug heb je maar een paar lijnen nodig om alle genoemde betekenisaspecten met elkaar te verbinden. Dit zal in een tekstuele werkvorm niet gauw het geval zijn. Daarom wordt er relatief vaak getekend in de woordenschatles.

Het tekenen is echter geen doel op zich. Als het teveel leertijd in beslag neemt, neemt de meerwaarde af. Langer dan enkele minuten tekenen heeft geen zin. Daarom is het wel belangrijk om de opdrachten kort te laten duren. Taal in beeld doet dit door de tijd te beperken en / of door het tekenvlak klein te houden. Want één ding is duidelijk: het tekenen heeft een didactisch doel. Dat het daarnaast ook nog leuk kan zijn is meegenomen, maar het is geen tekenles en dat moet het ook zeker niet worden. De kwaliteit van de tekening zelf doet er ook niet zoveel toe, want het doel achter de oefening is dat leerlingen een aantal betekenisaspecten van een woordbetekenis kunnen bedenken en deze met elkaar weten te combineren. Met als ultieme resultaat het leren van veel nieuwe woorden.

Jos Cöp

1 opmerking:

  1. Het is mooi dat er nu app's zijn als DrawSomething. Daar wordt precies toegepast wat hierboven staat beschreven.
    Pictionary is een bordspel-variant waarin hetzelfde gebeurt.

    BeantwoordenVerwijderen