woensdag 13 oktober 2010

Moeten alle opdrachten nagekeken worden?

Nee, dat hoeft niet. Het kan overigens wel. Taal in beeld, Spelling in beeld en Lezen in beeld bevatten antwoordenboekjes met de antwoorden die horen bij de opdrachten uit de lesboeken en werkboeken.

Het nakijken van de opdrachten kan twee functies hebben. Ten eerste het nagaan of de antwoorden goed of fout zijn. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van het antwoordenboek, waarin bij de gesloten opdrachten steeds het juiste antwoord vermeld staat. Bij de open opdrachten staat een voorbeeldantwoord omdat veel antwoorden goed kunnen zijn. Deze laatste opdrachten zijn daardoor wat moeilijker nakijken, want altijd zal de inschatting gemaakt moeten worden of het gegeven antwoord ook goed is. Het grote voordeel van open opdrachten is echter dat ze over het algemeen beter aanzetten tot denken over de leerstof dan gesloten opdrachten doen. Het nagaan of de antwoorden juist of onjuist zijn, kan gebeuren door de leerkracht, maar het ligt voor de hand om dit over te laten aan de kinderen zelf. Ook het controleren van de antwoorden is een stap in het krijgen van inzicht in de leerstof. In een punt hoeft het op dit moment nog niet uit te monden, omdat ieder blok afgesloten wordt met een toetstaak. Gekoppeld aan de genoemde normering kan dit verantwoord uitmonden in cijfers.

De tweede functie van het nakijken, met name als dit door de leerkracht gebeurt, is het vaststellen of leerlingen hun best hebben gedaan. Gooien ze er met de pet naar, dan blijkt dit in ieder geval uit de gegeven antwoorden. Om dit doel te bereiken, is het echter niet nodig om alle antwoorden gezien te hebben. Een snelle blik op het werkboek en / of het schrift geeft meestal meer dan voldoende informatie en bespaart behoorlijk wat tijd.

Bij het maken van de inschatting of opdrachten wel of niet nagekeken moeten worden, is het goed om rekening te houden met de functie die de verschillende opdrachten in de les hebben. Alle opdrachten in de fase 'op verkenning' zijn bedoeld om de leerlingen aan het denken te zetten over de leerstof die aan de orde is. Lukt het ze inderdaad om aan de hand van deze opdrachten de leerstof te snappen, dan is de fase 'uitleg' een soort samenvatting waarbij alles nogmaals op een rijtje gezet wordt. Bereiken ze dit punt niet tijdens 'op verkenning', dan is de fase 'uitleg' het moment waarop alsnog uitgelegd wordt wat ze moeten weten. De opdrachten zijn dus een middel om te ontdekken wat later uitgelegd wordt en moeten de leerlingen aan het denken zetten. Een noodzaak om deze opdrachten te controleren op de juistheid van de antwoorden is er dus niet. Daarom is het zeer verantwoord om deze antwoorden niet na te kijken. De uitlegfase is namelijk het vangnet als de juiste antwoorden nog niet gegeven zijn.

Na de uitlegfase volgt de fase 'aan de slag', waarin de opdrachten de functie hebben om de instructie in te oefenen, te verwerken en toe te passen. Of de opdrachten juist beantwoord zijn, is op dit moment wat belangrijker aan het worden. Zijn de antwoorden niet goed, dan is de kans aanwezig dat kinderen de essentie van les (nog) niet opgepikt hebben. Als je als leerkracht op dit moment al wilt vaststellen of leerlingen het lesdoel bereikt hebben, dan is nakijken van toegevoegde waarde. De tegenovergestelde redenering is dat ieder blok (in het begin van week 4) afgesloten wordt met een toetstaak. Hieruit blijk ook of de stof beheerst wordt en als dit niet het geval is volgen nog herhalingstaken. Ziet een leerkracht dus niet (altijd) of de antwoorden in de fase 'aan de slag' goed zijn, dan hoeft er dus nog niets mis te gaan. De vorderingen van de kinderen zijn prima te volgen op basis van de toetstaken aan het eind van ieder blok.

Aan het einde van iedere les is er één opdracht in de fase 'terugkijken'. Dit is een korte evaluatieopdracht om vast te stellen of de leerlingen het lesdoel bereikt hebben. Deze opdracht geeft een snelle indicatie van het al dan niet bereikt zijn van het lesdoel. Het bekijken en/of bespreken van deze opdracht is daarom wel van toegevoegde waarde.

Het nakijken van opdrachten door de leerkracht is een tijdrovende zaak waarbij het goed is om na te gaan of de tijd die hiermee gemoeid is, zinvol besteed is. Het is gezien de opbouw van een blok volkomen verantwoord om slechts selectief na te kijken, waarbij het accent kan liggen op de opdrachten bij de fasen 'aan de slag' en 'terugkijken'. Verder verdient het ook aanbeveling om het nakijken, indien haalbaar, aan kinderen zelf over te laten. Het verlengt het leermoment en voorkomt dat kostbare leerkrachttijd, die maar één keer uitgegeven kan worden, te eenzijdig gaat zitten in controleactiviteiten.

Gaat u anders om met het nakijkwerk? Laat het weten door te reageren op dit bericht.

Jos Cöp

3 opmerkingen:

  1. Kinderen willen graag weten waar ze staan, hoever hun kennis is gekomen. Dat zit in games al verweven. Na het 1e level door naar het 2e, meteen feedback etc. Ik pleit in dit opzicht voor digitalisering van het leren, de software helpt je bij deze self-assesment. Je pleidooi voor zelf nakijken ondersteun ik. Door te tonen dat je hen vertrouwt geef je hen meer verantwoordelijkheidsbesef.

    Lex Hupe, wijsvooruit.nl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik zou het woord nakijkwerk graag vervangen door meekijkwerk. Dat heeft en geeft een andere betekenis. Het werk nakijken kost veel tijd en is bijna altijd achteraf. Daardoor minder effectief en veelal te laat.
    Meekijken tijdens het werk en eventueel aanwijzingen geven is veel effectiever en zorgt dat de aanwijzing of correctie meteen kan worden toegepast. Dat bespaart veel tijd uit voor de leerkracht en onnodig overwerk voor de leerling.
    Geen nakijken, maar meekijken. En behalve zinvol is het ook veel leuker

    Peterter

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lambert van der Ven14 oktober 2010 om 09:29

    Mooie reactie van Peter! Meekijken levert veel meer op, doordat je procesgerichte feedback aan kinderen geeft.
    Nakijken kost heel veel tijd en levert in verhouding veel minder op. Het zou zich moeten beperken tot de essenties van ontwikkeling. Vordert een kind en zo niet, wat kan ik doen om de ontwikkeling weer vlot te trekken.

    BeantwoordenVerwijderen