dinsdag 25 mei 2010

Het differentiatiedilemma

In veel klassen zijn de verschillen tussen kinderen groot. De permanente uitdaging voor scholen is om hier adequaat mee om te gaan. Dat lijkt gemakkelijker dan het is. Succesvol differentiëren wordt vaak gezien als een organisatieprobleem waar goed klassenmanagement de oplossing voor zou moeten zijn. Natuurlijk, het goed kunnen managen van een klas is voorwaardelijk voor het effectief kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen. Maar het maken van goede keuzes gaat hieraan vooraf. Hierbij doemt voortdurend hetzelfde dilemma op: houd ik de klas bij elkaar of laat ik kinderen los en ga ik werken met verschillende niveaugroepen? Oftewel, differentieer ik convergent of divergent?



De makers van Taal in beeld, Spelling in beeld en Lezen in beeld zijn zich ervan bewust dat een methode een belangrijke rol kan spelen bij het maken van differentiatiekeuzes. In principe kiezen wij ervoor om, in het verlengde van recent wetenschappelijk onderzoek, zoveel mogelijk convergent te werken. De (meeste) leerlingen werken dan op hetzelfde moment aan dezelfde basisleerdoelen. Uiteraard in een organisatievorm die past bij hun onderwijsbehoeften: individueel lerend, samenwerkend lerend of begeleid lerend. Voor betere en snellere leerlingen bieden de pakketten Taalmaker en Leesstudio op ieder moment plustaken.

Is convergent werken geen optie, dan kunt u met Taal in beeld, Spelling in beeld en Lezen in beeld ook kiezen voor een divergente werkwijze. Daarbij ontstaan meerdere niveaugroepen in de klas. Voor effectief divergent werken is het wel belangrijk dat er per niveau voldoende mogelijkheden zijn om instructie en begeleiding te bieden. U zult dus altijd moeten bekijken of er geen extra handjes nodig zijn om de kwaliteit van de aanpak te garanderen.

In eerste instantie houden Taal in beeld, Spelling in beeld en Lezen in beeld de differentiatie convergent . Dit wil dus zeggen dat zoveel mogelijk, liefst alle, leerlingen op hetzelfde moment blijven werken aan dezelfde basisdoelen. Om dit ook voor kinderen die zwakker presteren te realiseren, kunt u , ondersteund door de methode, de volgende extra maatregelen nemen:
- preteaching van complexe leerstofonderdelen uit de basislessen;
- werken in heterogene duo’s, waarbij het ene kind in staat is om het andere extra te helpen;
- extra verlengde instructie, inoefening en begeleiding tijdens de basislessen;
- extra herhaalde instructie en extra oefening in het verlengde van de basislessen;
- extra instructie en oefening in het verlengde van de basislessen door de inzet van de
computerprogramma’s bij spelling en woordenschat;
- extra herhalingstaken, inclusief herhaalde instructie, op basis van toetsprestaties per blok;
- leerstofselectie, waardoor de hoeveelheid leerstof van de basislessen teruggebracht wordt.

Jos Cöp

Geen opmerkingen:

Een reactie posten