donderdag 23 april 2009

Waar kunnen we tegenaan lopen als we Taal in beeld in één keer schoolbreed invoeren?

Taalmethoden worden vaak in gedeelten ingevoerd. Enerzijds kan dit te maken hebben met de spreiding van de aanschafkosten van een nieuw pakket. Anderzijds is er vaak de angst dat het te snel invoeren van de methode leidt tot aansluitingsproblemen tussen de oude en de nieuwe methode. Uit de ervaringen van scholen die met Taal in beeld werken, blijkt dat dit erg meevalt. Hieronder zullen we een aantal zaken noemen die voor ongemak zouden kunnen zorgen. De uiteindelijke keuze is een afweging tussen het langer doorgaan met een methode die vaak niet meer bevalt of het versneld gaan werken met een nieuw pakket, waarbij soms wat extra energie gestoken moeten worden in het realiseren van een vloeiende overgang.

Een eerste punt waar tegenaan gelopen kan worden, is het zelfstandig leren. Door de hele les in leerlingtaal en leerlingmateriaal te plaatsen zijn er maximale mogelijkheden ontstaan voor zelfstandig leren. Toch moeten de verwachtingen ten aanzien van het zelfstandig leren wel reëel blijven. Taal in beeld is geen tovermiddel. Een voorwaarde voor effectief en doelgericht zelfstandig leren is voldoende leesvaardigheid en een passende werkhouding. Als (individuele) kinderen hier nog niet over beschikken, dan is een bepaalde mate van begeleiding noodzakelijk om de lesdoelen te bereiken. Volledig zelfstandig leren zal dan nog niet genoeg resultaat opleveren.

Een tweede punt dat voor verwarring kan zorgen, is de gebruikte terminologie. Wees er gedurende het eerste jaar dat met de methode gewerkt wordt op voorbereid dat er andere termen gebruikt kunnen worden dan kinderen gewend waren in de oude methode. Soms zal er net wat meer tijd gereserveerd moeten worden om zaken uit te leggen die in het pakket al bekend verondersteld worden, omdat ze in een eerdere jaargroep al aan de orde zijn geweest.
Taal in beeld is geen methode die veel experimenteert met nieuwe aanpakken of termen. Inhoudelijk gezien is er voortdurend voor gekozen om de voorkeur te geven aan bestaande termen die zichzelf hebben bewezen. Soms kunnen deze voor kinderen toch nieuw zijn, maar dan is er sprake van een duidelijke didactische meerwaarde in de gebruikte terminologie. Het is moeilijk te zeggen welke termen voor problemen kunnen zorgen, want dit is sterk afhankelijk van de methode die voorheen gebruikt werd.

Een derde punt dat even lastig kan zijn, is de instap in de methode. Bij Taal in beeld komen in ieder eerste blok van een leerjaar zoveel mogelijk elementen terug uit de voorafgaande stof, tenminste voor zover ze nog van betekenis zijn voor de nog komende leerstof. In die zin is ieder eerste blok van een jaarprogramma een soort van instapblok. Mocht dit door een leerkracht toch als te weinig worden ervaren dan kan ook, voorafgaande aan dit eerste blok, met het laatste blok (blok 8) uit het vorige leerjaar gestart worden. Dit is namelijk het blok waarin de leerstof van dat schooljaar kort wordt samengevat en herhaald.
Bij Spelling in beeld ligt het iets genuanceerder. Het is namelijk niet altijd mogelijk om alle relevante voorafgaande oefenstof in één blok samen te vatten. Daarvoor zijn er in de Nederlandse taal teveel verschillende spellingcategorieën. Wel is het zo dat de belangrijkste spellingcategorieën in meerdere leerjaren herhaald worden. Zo komen de open en gesloten lettergrepen bijvoorbeeld in alle leerjaren terug. Ieder jaar opnieuw met een nieuwe uitlegkaart, waarop de instructie op een eenvoudige manier in leerlingtaal beschreven is. Mocht er toch nog behoefte zijn aan een specifieke instap voordat de leerstof van het betreffende leerjaar aan de orde gaat komen, dan kan dit gerealiseerd worden door de uitlegkaarten uit de voorafgaande jaargroep te nemen en te bekijken welke categorieën eerder aangeboden zijn en hoe de leerstof is uitgelegd. Vervolgens kunnen de uitlegkaarten van de lastigste spellingcategorieën als instap worden aangeboden. Bij iedere geselecteerde uitlegkaart kan het bijbehorende kopieerblad extra oefening als verwerking worden gebruikt. Deze bladen zijn te vinden in het kopieerboek van de voorafgaande jaargroep.

Jos Cöp

Geen opmerkingen:

Een reactie posten