donderdag 12 september 2013

Wat verandert er in de nieuwe versie van Spelling in beeld?

Regelmatig krijgen we de vraag wat er nu eigenlijk verandert in de nieuwe versie van Spelling in beeld. We zullen het in hoofdlijnen beschrijven in dit artikel.

Deze bijdrage kan gezien worden als een service aan de gebruikers van de methode. Ons streven is er naar om een methode te ontwikkelen die inhoudelijk sterk en logisch in elkaar steekt en waarmee in een onderwijssetting prettig gewerkt kan worden. We realiseren ons dat de wijze waarop gewerkt wordt met het materiaal sterk kan verschillen. Visie op leren en keuzes die worden gemaakt met betrekking tot de inrichting van het onderwijs zijn daarin bepalend. Met de veranderingen hopen we Spelling in beeld sterker en beter passend te maken voor elke onderwijssetting.

Dit artikel is een eerste samenvatting van onderwerpen met een grote diversiteit waarover we gebruikersvragen hebben ontvangen. In toekomstige weblogartikelen zullen we bepaalde onderwerpen meer specifiek bespreken.

Drie lessen per week
Op basis van gebruikerservaring hebben we een derde les in de week opgenomen. Daarin komen steeds één, twee of drie eerder behandelde categorieën aan de orde. Omdat de derde les steeds een herhalingsles is, leent die zich uitstekend voor zelfstandig werken in een weektaak-uur. Alleen voor 4a geldt dat in er in de eerste weken nog geen herhalingslessen staan; er is dan nog weinig te herhalen en er moet met het oog op Cito M4 in het eerste halfjaar van groep 4 ook al veel leerstof worden aangeboden.
De herhalingslessen van Spelling in beeld 1 extra (website) handhaven we. Zoekt u nog extra oefenmateriaal dan kunt u het daar vinden.

Cito spelling
Voordat de categorieën in de Citotoetsen worden bevraagd zijn ze binnen Spelling in beeld aangeboden. Leerresultaten kunnen dus niet tegenvallen omdat leerlingen de oefenstof niet aangeboden hebben gekregen.

Referentieniveaus
In Spelling in beeld 2 wordt in de handleiding steeds aangegeven bij welk referentieniveau de leerstof van de les past. Daarbij wordt de leerstofindeling uit de SLO-brochure Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging (=spelling) beschreven gevolgd. Daarin wordt beschreven welke leerstof bij de referentieniveaus 1F, 1S/2F en 2S/3F past en in welke jaargroepen (3/4, 5/6 of 7/8) met de instructie daarover gestart kan worden.
Daarnaast wordt in het werkboek met dobbelstenen het niveau van de opdrachten in relatie tot de lesdoelstelling aangegeven: één dobbelsteen: basisopdrachten (op weg naar ref. niv. 1F en 1S/2F), twee dobbelstenen (op weg naar ref. niv. 1F, 1S/2F en beperkt 2S/3F), drie dobbelstenen (op weg naar ref. niv. 1F, 1S/2F en uitgebreider 2S/3F). 

Categorieën meer geclusterd
De verschillende categorieën zijn meer geclusterd. Daardoor zijn er in Spelling in beeld 2 minder categorieën. Door die clustering sluit de leerstof logischer aan op leerstof van voorgaande jaren. Op de uitlegkaarten wordt ook vaker naar eerdere leerstof verwezen. Daardoor kunt u tijdens de instructiemomenten laten zien hoe nieuwe leerstof op eerdere kennis voortbouwt. Dat maakt spelling ook voor de leerlingen overzichtelijker.

Weetwoorden heten nu onthoudwoorden
De term weetwoorden is veranderd in onthoudwoorden. Dat is gedaan omdat leerlingen het begrip weten vaak ook gebruiken bij klank- en regelwoorden. Waarom schrijf je dat woord zo? “Dat weet ik gewoon.” Daardoor verliest de term zijn specifieke betekenis. Maar als u van Spelling in beeld 1 overstapt naar Spelling in beeld 2, is het geen enkel bezwaar om de term weetwoorden te blijven gebruiken als leerlingen daaraan gewend zijn, eventueel naast de term onthoudwoorden.

Extra dictees naast controle- en signaaldictee
In Spelling in beeld 1 werd naast een controledictee, aan het eind van ieder blok, ook een facultatief signaaldictee opgenomen. Dat facultatieve signaaldictee is er nog steeds. Daarnaast zijn er na les 3 en les 6 nog twee facultatieve dictees opgenomen, vooral bedoeld voor leerkrachten die direct na een week willen kijken of het aanbieden en verwerken van leerstof geleid heeft tot (voorlopige) beheersing.

Geen nieuwe versie van ‘Spellingspoor’ maar wel de online game ‘Spellingspeurder’
Bij Spelling in beeld 2 wordt geen nieuwe versie van het bordspel Spellingspoor ontwikkeld. Leerkrachten geven aan dat de interesse voor het spel na een paar keer spelen afneemt. Om spelling meer uitdagend te maken voor kinderen, is er een spellinggame ontwikkeld ‘Spellingspeurder’. De verrichtingen van leerlingen in Spellingspeurder zijn te volgen in de leerkrachtassistent.

Klankgroepbenadering v/s lettergreepbenadering
In Spelling in beeld 1 komt de term lettergrepen niet voor. De kwestie die wij kennen als de kwestie van de open- en gesloten lettergrepen wordt in deze versie uitgelegd aan de hand van de term klankgroepen. Omdat de term lettergreep volgens de eerder genoemde SLO-brochure bij het standaardpakket van begrippen hoort die leerlingen moeten kennen, wordt de term in Spelling in beeld 2 wel aangeboden. In groep 4 wordt de term lettergreep gelijktijdig met de term klankgroep aangeboden. Het uitgangspunt is: klankgroepen zijn de stukjes van gesproken woorden, lettergrepen zijn de stukjes van geschreven woorden. De uitleg in Spelling in beeld 2 lijkt op de uitleg in Spelling in beeld 1 (met steeds de vraag: Wat hoor je aan het eind van de klankgroep?), maar van meet af aan worden daar ook de termen open- en gesloten lettergrepen bij betrokken.

Woorden van de week / bordrijwoorden
De onthoudwoorden zijn geschikt als woorden van de week. Woorden die leerlingen van buiten leren en bijvoorbeeld ook thuis kunnen oefenen. Voor de klankwoorden en de regelwoorden ligt dat wat genuanceerder. Didactisch gezien is dat op een bepaalde manier zelfs bezwaarlijk: leerlingen die bijvoorbeeld vijftien samenstellingen mee naar huis krijgen, gaan die vijftien samenstellingen uit hun hoofd leren. Op deze manier worden woorden waarop eigenlijk een regelstrategie dient te worden toegepast een onthoudstrategie. Via het weblog stellen we woorden van de week beschikbaar waarvan we weten dat ze voor dit doeleinde geschikt zijn. Een compromis waarmee we tegemoet komen aan de vraag van veel gebruikers en ook de didactische uitgangspunten van de methode respecteren.

Leerresultaten beter volgen met de leerkrachtassistent
Met de leerkrachtassistent is het mogelijk om de leerontwikkeling beter te volgen en daar op aan te sluiten. In het vorige weblogartikel zijn we uitgebreid ingegaan op het gebruik en de mogelijkheden van de leerkrachtassistent.

Paul Stapel
Albert Rouschop

Geen opmerkingen:

Een reactie posten